Nooit meer samen

Ja, jij was zomaar in mijn leven gekomen,
‘k was niet langer alleen.
Ik heb er niets voor hoeven doen.
Bijna alles heb ik willen geven,
al was het maar voor één zoen.

De dagen dat wij samen waren,
dat was een mooie tijd.
Wij deden niets alleen.
Wij waren altijd samen,
samen waren wij als één.

    Maar nu ben je weggegaan
    en liet me achter heel alleen.
    De hemel is vast mooier,
    maar ik, ik wil je weer om me heen.

Wij hielden allebei van dezelfde muziek,
zelfs het mooiste lied,
en deelden alles samen.
Ook al hadden we wel ruzies.
Nee het was niet altijd ‘ja en amen’.

    Maar nu ben je weggegaan
    en liet me achter heel alleen.
    De hemel is vast mooier,
    maar ik, ik wil je weer om me heen.

    Maar nu ben je weggegaan
    en liet me achter heel alleen.
    De hemel is vast mooier,
    maar ik, ik wil je weer om me heen.

    Maar nu ben je weggegaan
    en liet me achter heel alleen.
    De hemel is vast mooier,
    maar ik, ik wil je weer om me heen.